Waliën (Winterswijk Huppel)

Op deze pagina vindt u informatie over Waliën.

Ligging

Aan de Waliënseweg 2 te Winterswijk Huppel

Ontstaan

De naam wordt reeds genoemd in 1340 maar dan is er nog geen kasteel

Geschiedenis

't Waliën ligt een flink eind buiten Winterswijk, aan de weg naar de buurtschap Huppel, waar vroeger ook het kasteel Ravenhorst lag. Is er van Ravenhorst alleen nog de plek bekend, van 't Waliën is tenminste nog iets overgebleven, al is het niet veel.
De naam Waly of Walyen wordt algenoemd in 1340, maar een relatie met een kasteel van die naam is dan nog ver te zoeken, want dat bestaat dan doodeenvoudig nog niet. Evert van Waliën wordt in 1402 beleend met de goederen Keylwinck, Boekinck en Benckinck en niet met een kasteel Waliën. Deze drie erven moeten wel de kern van het latere goed Waliën hebben gevormd, want in het leenregister werd - vermoedelijk door een latere hand - de naam Walyen erbij geplaatst.
Bert van Walyen is de laatste op het goed, want in 1501 wordt Sondach van Munster, gehuwd met Lijsbeth van Gemen genaamd Pröbsting, beleend, die door koop eigenaar geworden was. Hun kleinzoon, eveneens Sondach geheten, draagt in 1570 het goed over aan zijn broer Jacob en zo vinden wij in het leenregister vermeld: "Jacob van Munster bij transport sijnes broders Sandags ontfengt dat leengoed ende huys Walyen met drye goederen, geheiten Kelwinck, Bennekinck ende Boevekinck, met allen heuren tobehoren in hogen, legen, natten, drogen, met bosch ende broeck, in den ampte van Bredevoort, in den kerspel van Winterwick, in der buerschap van Hoepele, van alts gelegen,....". Eerst hier wordt gesproken over Waliën, met bouw- en weilanden, zowel hoog- als laaggelegen en nat of droog.
Jacob heeft veel schade geleden in de Tachtigjarige Oorlog. Zijn huis was mogelijk verwoest en hij verkeerde in geldnood, wat zijn zoon Herman ertoe gebracht moet hebben om zijn erfenis in 1607 te verkopen aan Henrick van Eck tot Medler, wiens overgrootmoeder een Van Munster van Waliën was, familie alzo. Maar ook Henrick had geldzorgen en in 1631 kocht Sondach van Munster het vaderlijke goed terug. Het wordt eentonig: ook de Van Munster's bevonden zich financieel gezien niet in een riante positie en na koop wordt Samuel Clautier in 1682 met 't Waliën beleend. Dan vererft het goed op de Van Keppel's in 1704 en in 1725 is Eleonora Christina van der Oosten-Van Bassen eigenares en zij verkoopt het onmiddellijk aan Ludolf Hendrik Borchard Silvius van Heeckeren, gehuwd met Susanna Johanna Everdina Valck, die we al signaleerden op de Wiersse en het Onstein.
Uit de Van Heeckeren's gaat het goed in 1805 door verkoop aan het echtpaar Herman Jan Tenkink en Catrina Maria Kossink. Het is Tenkink die het vervallen huis ingrijpend laat verbouwen tot een rechthoekig, witgepleisterd landhuis. Het was voorzien van schuiframen en had een hoog schilddak met een klokkentorentje. De centraal geplaatste ingang was bereikbaar via een hoge bordestrap. Het huis werd tussen 1865 en 1900 door Jhr. Willem Hendrik Teding van Berkhout op tekening vastgelegd.
Na het overlijden van hun zoon vererfde het huis op de familie Hugenholz en de heren Heyink en Lindeman. Het was een huurhuis geworden dat verhuurd werd als vakantieoord aan de Nederlandse Protestantenbond.
In 1905 vestigde de familie Von der Möhlen zich op Waliën en in 1908 ontstond brand tengevolge van het omvallen van een petroleumlamp, waarbij het totaal afbrandde. Het werd niet herbouwd; wat nu nog resteert is een stuk muur, waarin een schoorsteenfries met acht familiewapens is opgenomen. Voorst is de aanleg nog voor een groot deel bewaard gebleven, alsmede enige bijgebouwen die in gebruik zijn bij het huidig boerenbedrijf dat er nu gevestigd is.
Willem Willink kocht in 1909 de restanten en liet het na aan zijn oomzegger Gijs B.W. ter Kuile, die het op zijn beurt weer aan twee nichtjes Ledeboer vermaakte.

Eigenaar/Bewoners

Mevr. M.G. Spuit-Ledeboer

Huidige doeleinden

Privé bewoning

Toegankelijk

Ruïne is niet vrij toegankelijk
Foto's
Bronnen Jan Harenberg - "Eens bolwerk van de adel, kastelen en landhuizen in de Achterhoek en Liemers" (1999)
Jan Harenberg - "Kastelen in Gelderland" blz.503-505 (2013)