Hackfort (Vorden)

Op deze pagina vindt u informatie over Hackfort.

Ligging

Aan de Baakseweg 8 te Vorden

Ontstaan

Een eerste vermelding vinden we in 1324

Geschiedenis

Eén van de mooiste bezittingen van de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland ligt in Vorden. Het is het landgoed Hackfort, aan deze vereniging in 1981 nagelaten door de toen uitgestorven Nederlandse tak van de familie Van Westerholt van Hackfort. Het zo'n 730 hectare grote landgoed is een mooi voorbeeld van het kleinschalige landschap van de Achterhoek met een kasteel, een watermolen, boerderijen, een beek en bouw- en weilanden.
Een oorkonde uit 1324 noemt ons Willem III van Bronckhorst als verkoper van het goed te Hacvorde aan Jacob van der Weelle, die, gezien zijn wapen, wel uit een jongere tak van het geslacht Van Baak kon zijn. Hij zal zich later Van Hackfort noemen en al vrij spoedig moet er een kasteel zijn verrezen, waarvan de resten zich nog bevinden in de kelder van het tegenwoordige huis. Het is een rechthoekige toren met aangebouwde traptoren geweest aan de oever van de Hackforterbeek.
Uit het huwelijk van Jacob van der Weelle met Lutgard van Sinderen, haar familie was afkomstig uit de buurtschap met die naam onder Ulft, werden tenminste drie zonen geboren, Gerrit, Derick en Henrick. Zij worden voor het eerst gezamenlijk genoemd in 1356 in verband met de belening van het goed Sinderen onder Voorst op de Veluwe. Gerrit was vrij zeker de oudste van het stel, want we zien hem in 1359 in de politieke strijd tussen de Bronckhorsten en de Heeckerens als getuige bij de landvrede optreden. In dat zelfde jaar trad "Gerardus de Bake, dictus de Hacvoerde" op als schout van Zutphen, een rechtelijke functie die in hoog aanzien stond en vaak door de hertog werd vergeven aan vertrouwelingen uit dank voor bewezen diensten. In 1375 bekleedde hij het nog aanzienlijke ambt van landdrost van het kwartier van Zutphen. Ook bij andere aangelegenheden blijkt Gerrit van Hackfort een vooraanstaande rol te spelen.
Gerrit huwde omstreeks 1355 Bertrade, dochter van Willem van Vorden, de eigenaar van het nabijgelegen huis Vorden.
De vooraanstaande positie die Gerrit van Hackfort in politiek en maatschappelijke opzich in was gaan nemen, heeft hem er waarschijnlijk toe gebracht een huis te (laten) bouwen dat paste bij zijn toegenomen prestige. Tot in het derde kwart van de veertiende eeuw (1367) is er slechts sprake van een "bouhuis" op Hackfort, een boerderij derhalve.
In 1392 beleende Willem IV van Bronckhorst Gerrit's zoon, Jacob, met "dat hues tot Hacforden mit den voirburchten ende veesten (grachten) ende mit den erve dat daer gelegen is dat geheiten is dat guyt tot Hacforden..." Er is dus sprake van een versterkt huis én van een zeer nabij gelegen erf, dat waarschijnlijk identiek is met het eerder genoemde "bouhuis", Gerrit was toen net overleden.
Zijn zoon, Jacob I van Hackfort, werd net als zijn vader een man van betekenis. Zijn goederenbezit nam flink toe, vooral na de dood van zijn oom Berend van Vorden in 1408, waarbij het gehele Vordense bezit in handen van de Van Hackforts kwam. Jacob huwde in 1382 met Aleid van der Eze, dochter van de Deventer schepen Jacob van der Eze. Zij overleed na ongeveer twintig jaar huwelijk en Jacob hertrouwde in het begin van de vijftiende eeuw met Johanna Ploegh, ook dochter van een schepen, te weten de Arnhemse schepen Steven Ploegh (en Maria van Arnhem). Uit ieder van zijn huwelijken werd een aantal kinderen geboren. Daarnaast is er sprake van ten minste één bastaardzoon, vermeld als "Ketel Jacob bastardssoen van Hacfoirde". Om de verdeling van zijn omvangrijke goederenbezit goed te regelen, maakte Jacob op 19 april 1424 zijn testament. Voor de oudste zoon, Gerrit, bestemde hij het huis Vorden, met de wind- en watermolen, de leenkamer en tientallen boerderijen. Jacob , de tweede zoon, ontving het huis Hackfort met de watermolen en alle bijbehorende weiden en bossen, plus een aantal goederen.
Ook voor Steven, zoon uit zijn huwelijk met Johanna Ploegh, waren enkele boerderijen bestemd. De drie dochters kregen bedragen in geld toegezegd.
Twee zaken vallen op: het huis Vorden werd kennelijk als belangrijker gezien dan Hackfort, omdat het aan de oudste zoon toekwam. Verder zouden de jongere broers, Jacob en Steven, hun goederen formeel van hun oudste broer in leen ontvangen; op die manier bleef het totale goederenbezit van de familie juridisch in één hand. Deze constructie verklaart waarom we Gerrit in 1430 formeel als leenman van Hackfort aantreffen, terwijl we weten dat Jacob de eigenlijke bezitter van Hackfort werd. Vader Jacob (I) is vermoedelijk niet al te lang na het opmaken van zijn testament overleden.
Jacob (II) van Hackfort komen we, veelal samen met zijn broer Gerrit, in het tweede kwart van de vijftiende eeuw regelmatig tegen. Zo zien we hen in 1436 samen optreden bij de ondertekening van de overeenkomst, waarin ridders, knapen en steden elkaar steun beloofden tegen de Gelderse Hertog. Daarnaast trad Gerrit namens zijn broer op bij het opstellen van de huwelijksvoorwaarden voor het huwelijk in 1437 van Jacob (II) met Gostouwe van Keppel, dochter van Dirk (Derk) van Keppel van Verwolde. Dit huwelijk bleef kinderloos. Bijzonder detail is dat die kinderloosheid vrijwel zeker aan Jacob gelegen moest hebben. Gostouwe erkende namelijk in haar testament dat zij vlak voor haar dood in 1460 liet opmaken, dat zij een zoon had waarvan Jacob niet de vader was. Zij toonde zich zeer dankbaar voor zijn vergevingsgezinde houding, toen haar ontrouw uitgekomen was. Mogelijk had die houding te maken met het feit dat Jacob nogal eens weg was. Tot twee maal toe heeft hij deelgenomen aan een pelgrimstocht naar het Heilige Land, in 1448 en 1451, in het gevolg van hertog Arnold van Gelre. Enkele jaren na de dood van zijn eerste vrouw trad Jacob (II) van Hackfort in 1465 opnieuw in het huwelijk met Lutgard van Raesfelt.
Jacob was zeer vermogend, wat ondermeer blijkt uit het feit dat hij in 1487 in de Spittaalstraat in Zutphen acht huisjes liet bouwen, bestemd voor een rustige levensavond van arme eigen of horige boeren van de Hackfortse goederen. Ook bezat hij in Zutphen het huis waar oorspronkelijk de proost van de Walburgkerk gewoond had. Dat werd daarom de Proosdij genoemd.
In 1488 stierf Jacob van Hackfort, ruim boven de tachtig jaar, voor die tijd een zeer hoge leeftijd. Kort na hem moet ook zijn echtgenote Lutgard van Raesfelt zijn overleden. Aangezien hun huwelijk kinderloos gebleven was kwam het grootste deel van zijn bezit daarom in bezit van de kinderen van zijn broer Gerrit. Zijn zoon Jacob (III) verkreeg het huis Vorden, het huis Hackfort kwam in handen van Dirk.
Dirk was gehuwd met Agnes, dochter van Godert van Herve en Niederhoven. Aangezien dit huwelijk kinderloos bleef, vererfde Hackfort na de dood van Dirk, kort voor 1499, weer naar zijn oudere broer Jacob (III). Na de scheiding in 1424 kwamen de goederen toch weer in één hand terecht.
Jacob was in 1471 getrouwd met Margaretha van Essen, dochter van Hendrik van Essen. De familie van Essen genoot in Overijssel een zeker aanzien. Uit hun huwelijk werden drie kinderen geboren, Henrick, Berend en Mechteld. De tweede zoon, Berend, is verreweg de bekendste van zijn geslacht geworden, maar was ook meteen de laatste daarvan.
Henrick kreeg na de dood van hun vader Jacob (III) het huis Vorden, terwijl Berend bij de verdeling het huis Hackfort in handen kreeg.
Berend is vermoedelijk geboren omstreeks 1475, want als we hem voor het eerst vermeld vinden in 1502 en 1503 is hij al volwassen, en als militair in dienst van hertog Karel van Gelre. Hij was een (leeftijd)genoot van deze hertog Karel, die een groot deel van zijn leven actief was om de zelfstandige positie van zijn hertogdom veilig te stellen tegenover de aanspraken van de Habsburgers. Zijn tegenstander hierbij was die andere Karel, namelijk Karel de Vijfde. Aanvankelijk trad Berend aan de kant van hertog Karel op bij verschillende militaire acties, maar niet al te lang daarna stond hij aan de Habsburgse kant. Even leek het erop dat zijn goederen door die ommezwaai door de hertog van Gelre  geconfisqueerd zouden worden, maar in 1511 kwam er een eind aan die dreiging. Waarschijnlijk mede ingegeven door voor hem gunstig ontwikkelende politieke en militaire situatie, vergaf hertog Karel hem zijn daden.
Vanaf dat moment was de ster van Berend in het Gelderse ambtelijke en militaire apparaat rijzende, getuige een borgstelling voor de hertog in 1515 en zijn aanstelling als belastinggaarder in Zutphen en enkele richterambten in het Zutphense kwartier, waaronder het schoutambt van Zutphen zelf. Een jaar later trad hij op als rentmeester voor de hertog in de heerlijkheid Bredevoort, en in 1524 was hij zelfs opgeklommen tot landdrost van het kwartier van Zutphen. In de jaren dertig en veertig was hij landdrost in het Graafschap Bergh en kreeg hij het huis de Schuylenburg bij Silvolde in pand.
De expansie van de strijd van Karel van Gelre tegen Karel V naar de noordoostelijke gewesten, betekende voor Berend van Hackfort dat hij in die regionen niet alleen militair actief werd, maar ook dat hij in het verlengde daarvan verschillende bestuurlijke functies op zich moest nemen. In het Oversticht was hij onder meer bevelhebber van Enschede en "generael-statholder", dus algemeen plaatsvervanger van de hertog. Later, na een vredesregeling met de Utrechtse bisschop die Landsheer van Overijssel was, kreeg hij het drostambt Diepenheim. Deze regeling hield geen stand en de gewesten Groningen en Drenthe, alsmede Oost-Friesland werden eveneens in de machtstrijd betrokken.
Berend trad in die gebieden met harde hand op, onder meer bij het opleggen en innen van schattingen en het nemen van gijzelaars als zekerheid voor betalingen.
In september 1536 kwam het machtspel van de Gelderse hertog in die streken eindelijk een einde: Schenk van Toutenburg, bevelhebber van Karel V, heroverde de stad Appingedam, waarbij Berend de overgave van die stad mede ondertekende. Direct daarop werd hij gevangen genomen en vast gezet.
Deze gebeurtenis betekende het eind van de militaire loopbaan van Berend van Hackfort. Weliswaar trad hij één jaar later (mei 1537) nog op in een Gelders gezantschap naar de graaf van Oost-Friesland, maar na het afzetten van Karel van Gelre in december 1537 verdwijnt Berend van Hackfort in militair opzicht uit beeld. Gezien zijn leeftijd op dat moment, hij zal ruim in de zestig zijn geweest, is dat niet verwonderlijk. Uiteindelijk kende Karel V hem in 1544 nog een pensioen toe van 300 Carolusguldens (=
750.000).
Berend was omstreeks 1504 in het huwelijk getreden met Margaretha van Egmond, stammend uit een bastaardtak van de familie van Egmond en daarmee zijdelings verwant met de Gelderse hertog. Zij bracht in het huwelijk het goed Baak mee. Uit zijn huwelijk werd in 1505 een dochter geboren, Jacoba. Enkele jaren later kwam er een tweede dochter, Agnes. Voor beide dochters werd een huwelijkspartner gezocht: voor Jacoba werd in 1517, zij was toen 12 jaar, een huwelijk gearrangeerd met Goossen van Raesfelt. Gezien de leeftijd van de bruid werd het huwelijk pas acht jaar later voltrokken. De tweede dochter, Agnes, huwde omstreeks 1534 met Evert van Heeckeren.
Berend overleed op hoge leeftijd, ongeveer tachtig jaar, op 22 maart 1557 en werd begraven in de kerk van Vorden. Zijn vrouw Margaretha van Egmond was hem een half jaar eerder (1556) al voorgegaan.
Met het overlijden van de bekende legeraanvoerder Berend in 1557 sterft het geslacht Van Hackfort uit. Zijn dochter Jacoba erfde Hackfort en Baak. Uit het huwelijk van Jacoba met Goossen was een viertal kinderen geboren waarvan Agnes en Margaretha van belang zijn.
Agnes van Raesfelt, de oudste dochter, huwde in 1565 met Hendrik van Westerholt, uit welk huwelijk in 1566 een zoon, Borchard, geboren werd. Borchard werd jong wees; zijn vader overleed toen hij een jaar of vier was, en zijn moeder Agnes stierf omstreeks 1575. Vermoedelijk is hij verder opgevoed door zijn grootmoeder en zijn tante, die het huis Hackfort bewoonden.
Die tante, Margaretha van Raesfelt, tweede dochter van Goossen en Jacoba, was gehuwd met Philip van Leefdael. Uit dit huwelijk werd één zoon geboren die jong stierf. Na het overlijden van haar moeder Jacoba in 1581 gaat alles naar de oudste dochter, Margaretha, die omstreeks 1601 moet zijn overleden. De zoon van haar zuster Agnes, Borchard van Westerholt erft Hackfort; diens zuster Margaretha kreeg Baak, maar aangezien zij kinderloos overleed, ging dat later ook naar Borchard.
Het kasteel Hackfort lag in puin, verwoest in 1586 tijdens de Tachtigjarige Oorlog en Borchard liet dat herbouwen met gebruikmaking van veel oud muurwerk in 1598. Het verschil van muurwerk is vooral bij de linkertoren te zien.
Borchard's nageslacht zal tot het uitsterven op Hackfort resideren. Door huwelijk komt het Huis Scherpenzeel in 1636 bij het bezit en de bannerij van Baer en Lathum door koop in 1672.
Johan Frederik deed in 1722 een schitterend huwelijk met Sophia Charlotte Rijksgravin van Wartensleben, dat echter op een scheiding uitliep. Zij kreeg in 1739 het Huis Scherpenzeel. Baer en Lathum had Johan Frederik al in 1735 verkocht aan de Staten van Gelderland, waarschijnlijk uit geldnood.
Borchard Frederik Willem trad in 1788 in het huwelijksbootje met zijn nicht Wilhelmina van Heeckeren van Enghuizen. Beide zijn dan 22 jaar oud en zij zullen prijs gesteld hebben op een modern huis. Nog in 1788 kwam de modernisering van het huis gereed, waarbij het oude poortgebouw en de bijgebouwen werden afgebroken en de grachten gedempt. Het kasteel veranderde in een wat stijf achttiende-eeuws landhuis, waarvan alleen de torens herinneringen aan vroeger oproepen. Sedertdien is er uitwendig weinig aan het kasteel veranderd.
Op het voorplein staat aan de noordoever van de beek de watermolen uit omstreeks 1700, die oorspronkelijk een dubbelmolen was, maar de zuidelijke is lang geleden gesloopt.

Eigenaar/Bewoners

Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten, het huis is opgedeeld in appartementen

Huidige doeleinden

Privé bewoning

Toegankelijk

Landgoed is overdag vrij toegankelijk, daarnaast worden diverse activiteiten georganiseerd waarbij enkele gebouwen opengesteld worden. (INFO)
Foto's
Bronnen  Jan Harenberg -  "Eens bolwerk van de adel, kastelen en landhuizen in de Achterhoek en Liemers"
F. Keverling Buisman - "Hackfort  huis & landgoed"
F. Keverling Buisman - "Kastelen in Gelderland" blz.149-152