Kamphuizen (Vorden)

Op deze pagina vindt u informatie over Kamphuizen.

Ligging

Aan de Wildenborchseweg 11 te Vorden

Ontstaan

Het huidige landhuis is gebouwd in 1929

Geschiedenis

Het landhuis Kamphuizen is één der jongste beschreven landhuizen. De oorsprong moeten we zoeken in een boerderij Camphuysen, die tot de bezittingen van Den Wildenborch behoorde en aanvankelijk de lotgevallen van dat landgoed deelde.
Sinds 1700 behoorden Den Wildenborch aan het geslacht Von Heyden en na de dood van Johan Sigismund konden de erfgenamen het niet eens worden over de verdeling van de nalatenschap en een reeks processen was het gevolg. Pas in 1757 werd de zaak geregeld met een publieke verkoop van de bezittingen.
Namens de gezamelijke erven werd Camphuysen door Willem Otto Frederik von Quadt genaamd Heyden en diens gemalin Anna gravin Bylandt-Palsterkamp in 1757 verkocht aan de Zutphense stadbouwmeester Gerrit Ravenhorst, gehuwd met Juliana Christina Hecking. Ravenschot kocht overigens ook de boerderijen Olthuys en De Bult, in de nabijheid gelegen.
Camphuysen moet in het bezit van Ravenschot's erfgenamen gebleven zijn, totdat de toenmalige eigenaar van Den Wildenborch, waarschijnlijk Mr.Jan Isaac Brants, het goed in het midden van de negentiende eeuw teruggekocht heeft, mogelijk van de erven Spijker-Rensen.
Bij de openbare veiling van het landgoed Den Wildenborch in 1907 werden de meeste pachters eigenaar van hun boerderij; de boerderij Camphuysen, die ook voorkomt onder de naam Veldkamp, werd gekocht door Otto Ernest Frederic Maria baron van Hövel tot Westervlier, woonachtig op het nabijgelegen huis Wientjesvoort. Kennelijk kocht hij de boerderij op speculatie. Hij heeft zich er weer van ontdaan door hem te verkopen aan Johannes Baptiste Crol.
De nieuwe eigenaar koesterde misschien het plan om hier een landhuis te laten verrijzen maar om de één of andere reden heeft hij hier van af gezien en in 1937 kocht hij 't Waliën in Warken en nam daar zijn intrek. Maar al in 1926 had hij Camphuysen overgedaan aan Jhr.G.C. Op te Noort, die in de nabijheid van de boerderij naar eigen ontwerp het huidige landhuis Kamphuizen liet bouwen, dat in 1929 gereed kwam.
Al in 1937 verkocht hij het landgoed, dat toen 32 ha groot was. Koper werd E.Cremers, die het op zijn beurt naliet aan zijn zoon E.J.J.B. Cremers. Laatstgenoemde verkocht Kamphuizen in 1975 aan Jan van Renselaar, gehuwd met Alida A. Blonk, die het op speculatie kocht en het een jaar later verkocht aan de heren Roubos en De Koning, die de boerderij Camphuysen, alsmede de tuinmanswoning afzonderlijk verkochten en het huis trachtten te verhuren, maar in 1977 deden zij hun bezit over aan Bouwonderneming Blom. Het plan om op de resterende 30 ha zo'n 22 landhuizen te bouwen werd getorpedeerd en in 1983 werden de heren Rings en Wilmink eigenaar.
Het landgoed kent thans meerdere eigenaren.
In 1999 waren eigenaar van het landhuis Kamphuizen, Fokko Jacob de Zee en Carla Ingrid Marjo van 't Lam, zij kochten het met 4 ha grond in 1987 van dit tweetal.
De boerderij Camphuysen of Veldkamp is thans eigendom van F.L. Stenfert Kroese. T. van Rijsbergen is in 1999 eigenaar van de met een aanbouw uitgebreide tuinmanswoning.
Op het landgoed bevindt zich een kleine Joodse begraafplaats.

Eigenaar/Bewoners

 

Huidige doeleinden

Privé bewoning

Toegankelijk

Landgoed is overdag toegankelijk, direct omgeving van de huizen niet
Foto's
Bronnen Jan Harenberg -  "Eens bolwerk van de adel, kastelen en landhuizen in de Achterhoek en Liemers"